dc.description.abstract | Etnische, net zoals andere categorieën (Vlaming, Waal, Pool... of arbeider) zijn geconstrueerde categorieën. Zij maken een onderverdeling in de sociale werkelijkheid die daarom in de alledaagse werkelijkheid van de betrokkenen die waarde niet moet hebben. De etnische categorie is in de sociale wetenschappen van de jaren '90 dé categorie (samen met gender), net zoals klasse de categorie van de jaren '60 en '70 was. Deze nieuwe kijk op de sociale werkelijkheid maakt dat ook het verleden op een andere wijze wordt geïnterpreteerd, op een meer complexe wijze. Historici onderzochten tot voor kort de arbeidersbeweging zonder de ongemene complexiteit van de arbeiderswereld in overweging te nemen. In het bijzonder voor België, met zijn grote vrouwelijke arbeidsparticipatie en een multi-etnische samenstelling van de arbeiderspopulatie, betekende dit een gevoelige verarming van de sociale werkelijkheid waarbinnen de arbeidersbeweging zichsitueerde. Het analyseren van de diversiteit van zowel de arbeiderswereld als haar organisatorische uitingen dringt zich op om een meer adequaat beeld te krijgen van de historische veranderingen. Deze bijdrage vertrekt van de multi-etnische samenstelling van de arbeiderspopulatie van de mijnindustrie en gaat na of deze geleid heeft tot verdeeldheid onder de arbeiders. Centraal hierbij is in welke mate de Belgische mijnwerkersvakbonden deze multi-etnische samenstelling ontkend of gevaloriseerd hebben. Een multi-etnisch samengestelde arbeidersgroep kan gemakkelijk leiden tot fragmentatie van de arbeidersgroep, maar kan ook een sterk arbeidersfront doen ontstaan, een front steunend op een alliantie tussen etnische groepen. Etnische solidariteit kan immers het vakbondsbewustzijn meer inhoud geven. Het ontkennen van de multi-etniciteit, wat de keuze voor de dominante etniciteit inhoudt, kan daarentegen de etnische verdeeldheid aanscherpen. | en |